Maandagochtend, de rust in huis wordt plots wreed verstoord door een hoop gescheld en gevloek, gevolgd door kreten als ‘ik ga echt niet naar school’ en ‘ze bekijken het maar’. Verbaasd informeer ik bij mijn zoon naar de reden voor deze uitbarsting. Met tranen in zijn ogen vertelt hij dat hij iets vergeten is te doen en dat de straf daarvoor 2 uur nablijven is.
Er schiet op dat moment van alles door mij heen. Mijn eerste reacties ‘tjonge, dat is ook wel veel straf’, ‘ik snap het ook wel, het was zo lekker buiten dit weekend’, worden gevolgd door ‘kan ik dit oplossen voor hem?’. Er schieten razendsnel mogelijkheden door mijn hoofd waarmee ik kan zorgen dat hij geen straf krijgt. Totdat er een andere stem in mijn hoofd klinkt ‘Mam, ik wil mijn eigen fouten maken!’.
Wacht, waar komt deze vandaan?
Een paar weken terug hebben mijn zoon en ik een lang gesprek gehad over mijn bemoeienis met zijn schoolwerk. Daarbij heeft hij duidelijk gemaakt dat hij vaak best goed naar mij luistert. In mijn werk ben ik er namelijk voorstander van om leerlingen de kans te geven hun eigen fouten te maken. Ik ben ervan overtuigd dat zij (en veel volwassenen met hen) pas open staan voor een andere aanpak als ze vastlopen. Als je van tevoren alle obstakels al wegruimt ontzeg je iemand eigenlijk de kans om te ontdekken wat voor hem of haar werkt. Daarnaast vind ik het voor de toekomst van mijn leerlingen belangrijk dat ze leren omgaan met fouten. Dat ze leren dat fouten echt bij het leven horen en hoe om te gaan met de nare gevoelens die je hebt als je een fout maakt.
Tijdens het eerdere gesprek met mijn zoon had hij mij duidelijk gemaakt dat die aanpak ook voor hem moest gelden. Iets waar ik hem gelijk in moest geven.
En nu is het dus zover, er is een fout gemaakt. Eén die als consequentie twee uur tijdsstraf heeft. En mijn zoon is volkomen van slag. Ik doe een stap terug en bekijk de situatie nog eens. Moet ik dit oplossen? Of is hier een kans om te leren? Ik besluit voor optie twee te gaan. Rustig sla ik mijn armen om hem heen en probeer hem te laten zien dat ik zijn verdriet en paniek zie. Langzaam kalmeert hij. Als hij weer aanspreekbaar is bespreken we samen wat er nu echt mis is gegaan maar vooral hoe erg de consequenties zijn. Samen komen we tot de conclusie dat 2 uur tijdsstraf niet zo heel erg zijn. Hij kan in die tijd mooi werk voor school doen en had toch nog geen plannen.
Even later fietst hij alweer opgelucht weg. Hij weet wat hem te doen staat. En ik? Ik ben blij dat we samen een kans hebben gehad om te ervaren hoe je ook om kunt gaan met het nare gevoel dat fouten je geven. Voor hem, maar ook voor mijzelf. Want eerlijk is eerlijk, het blijft een rotgevoel!
Goede les. Duidelijk voorbeeld. Ik denk dat ik vaker probeer mee op te lossen om de emoties te bedaren. Uiteindelijk hoort bij de verantwoordelijkheid die ze willen ook de consequenties als het een keer niet goed gaat.